Geschiedenis van Audi

Audi is een Duitse autofabrikant en vindt zijn oorsprong in het autobedrijf Horch Automobilwerke. Het bedrijf werd opgericht op 16 juli 1909 door August Horch. Door een rechtszaak die werd aangespannen door Horch zijn oude partners werd het August Horch verboden om de naam “Horch” te gebruiken als handelsnaam voor zijn nieuwe autobedrijf. Na overleg met zakenpartners besloot Horch om het bedrijf Audi te noemen. De naam Horch betekent horen in het Duits. Audi is de Latijnse enkelvoudige imperatief voor horen.

Op 25 april 1910 werd Audi Automobilwerke GmbH Zwickau (later Audiwerke AG) geregistreerd in het handelsregister van Zwickau. Datzelfde jaar werden de eerste auto’s van Audi geïntroduceerd. Dit waren de Audi Type A Sport-Phaeton en zijn opvolger Audi Type B.

In September 1921 werd Audi de eerste Duitse autofabrikant die een productieauto presenteerde met het stuur aan de linker kant van de auto. In 1928 kocht Jørgen Rasmussen, eigenaar van Dampf-Kraft-Wagen (DKW), een meerderheid van de aandelen in Audiwerke AG. Dit leidde in 1932 tot een fusie van Audi met Horch, DKW, en Wanderer. Samen gingen zij verder onder de naam Auto Union AG. Voor de tweede wereldoorlog begon Auto Union gebruik te maken van vier ringen die de vier samengevoegde partijen representeerde. Deze ringen zijn hedendaags nog steeds terug te vinden in het logo van Audi.

In de tweede wereldoorlog werden veel autofabrieken omgebouwd voor militaire productie. Hierdoor werden ze doelen voor geallieerde bombardementen. Deze bombardementen leidden tot grote schade voor de autofabrieken.

In 1945 besloot de militaire administratie van de Sovjet Unie de fabrieken te ontmantelen. Dit leidde in 1948 tot de verwijdering van Auto Union AG uit het handelsregister. Het zag er niet uit dat Auto Union AG de productie in Oost-Duitsland kon hervatten. Daardoor werd besloten de restanten van het bedrijf te verplaatsen naar West-Duitsland. Hiervoor werd een locatie gekozen in Ingolstadt, waar zich nu ook het hoofdkantoor van Audi bevinden. Tegenwoordig kan je hier ook het Audi Museum vinden.

Mede met behulp van de overheid en het Marshall Plan werd het nieuwe hoofdkwartier gelanceerd. De lancering van de doorstart van het bedrijf was op 3 september 1949. In 1958 nam Daimler-Benz 87% van de aandelen Audi in handen. Dit liep uiteindelijk op tot 100% van de aandelen in 1959.

Doordat de Auto Union niet goed liep ten opzichte van concurrenten, zoals Volkswagen en Opel, werd het bedrijf verkocht aan een nieuwe eigenaar. Dit leidde in 1965 tot de herintroductie van de naam Audi, die al 25 jaar niet meer gebruikt was.

In 1964 nam Volkswagen 50% van de aandelen in handen. Waaronder ook een nieuwe fabriek in Ingolstadt en de DKW en Audi merknamen. 18 maanden later kocht Volkswagen de complete macht in Ingolstadt. Ze gebruikten de fabrieken om naast Audi’s ook zo’n 60.000 Volkswagen Beetles per jaar te produceren.

Op 1 januari 1969 fuseerde Auto Union, met NSU uit Neckarsulm, tot Audi NSU Auto Union AG. De NSU was de grootste fabrikant van motoren, maar was zich ook gaan toeleggen op het produceren van kleine auto’s. De fabrieken in Neckarsulm produceren tegenwoordig de grotere Audi modellen A6 en A8.

Het nieuwe bedrijf zag de noodzaak om Audi als apart merk in te gaan zetten. Volkswagen introduceerde Audi in de Verenigde Staten als merk voor het jaar 1970. De daaropvolgende jaren werden diverse modellen van Audi geïntroduceerd, waaronder de Audi 100 en Audi 50. Deze wagens zijn de voorlopers van de Volkswagen Passat en Volkswagen Polo.

Sinds het begin van de jaren ’90 begon Audi zich te richten op het hogere segment om te kunnen concurreren met andere Duitse autofabrikanten, zoals Mercedes-Benz en BMW.

Geschiedenis van Audi
Schuiven naar boven